Hinterweidenthal, Dorf an der Wieslauter
Bladzijde 87 – 90
Uitgever: Ortsgemeinde Hinterweidenthal
Tekst: Walter Gundacker Vertaling: Peter Vermeulen
Een reisverslag uit het jaar 1877
In het jaar 1877 ondernam ene pastoor Candidus van Münchweiler een reis, die hem door het Dahner Dal naar de Wegelnburg en daarna over de slagvelden van de oorlog 1870/71 bij Wörth en Fröschweiler voerde. Zijn belevenissen en observeringen publiceerde hij in een boekje, dat in de Landesbibliotheek Speyer bewaard wordt. Hetgeen hij schrijft over Kaltenbach en Hinterweidenthal, is toch heel interessant, omdat hij als boswachterszoon zijn jeugd in Hinterweidenthal doorbracht en daardoor de omgeving precies kende en jeugdherinneringen bewaarde, die ons uitgebreid en in detail terug laten blikken in de jaren rond 1850. Hij schrijft letterlijk:
… Midden boven het dorp troont aan een steile helling de torenachtige zich verheffende 160 voet hoge Rappenfelsen. Hij kan als kenmerk van Hinterweidenthal betiteld worden. Karakteristiek voor de directe omgeving van deze plaats, is de aan de andere kant van de Lauter gelegene Etschkopf (Handschuhkopf), die het midden van de scenerie vulde.
Goede genade, de Rappenfels hebben ze een kerktoren op het oude grijze hoofd gezet. Voorwaar een zeldzaam hoofddekdel. Aha, dacht ik, zo een flinke kwajongensstreek …
Die avond dronk ik in de herberg Born (toen brouwerij en herberg – nu Café Zürn), waar naast de pastoor, de leraar en enkele houtvesters van het dorp aanwezig waren, een glas bier dronken…
De oude lief gewonnen toren heeft men daar bovenop geplaatst (de tip van de kerktoren op de rots is weer bedoeld), omdat men zich niet kon lostornen van zijn aanblik … Bovendien is hij een monument ter herinnering aan de Vrede van 1866. Hij bergt in zich een glazen buis, met daarin een register van leden van de toenmalige politieke- en kerkelijke vertegenwoordigers, een prijslijst van brood, vlees en Pirmasenser schoenen …
Tot zover het boekverslag van onze reizende te voet.